Het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug beslaat een groot gedeelte van de heuvelrug tussen Hellendoorn en Holten in Overijssel. Het nationaal park ligt in zijn geheel ten zuiden van de N35 Zwolle – Almelo, en omvat onder andere de Haarlerberg, Holterberg, Noetselerberg en de Koningsbelten. De Hellendoornse Berg ligt buiten het nationaal park, maar behoort wel tot de Sallandse Heuvelrug. Het park is ongeveer 35 km² groot.Het hoogste punt is de (Grote) Koningsbelt van 75 meter boven NAP.
De belangrijkste beheerders zijn Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, de waterleidingmaatschappij Vitens (vanwege de waterwinning) en een aantal particuliere grondeigenaren. Sinds 2004 is het gebied door de Nederlandse overheid aangewezen als nationaal park.OntstaanDe Sallandse Heuvelrug is een stuwwal, die zo’n 150.000 jaar geleden is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Voorafgaand aan de ijsbedekking hadden grote rivieren daar dikke lagen zand en grind met dunnere lagen klei afgezet. Deze afzettingen zijn gevormd door de Rijn, maar ook door rivieren vanuit het oosten (onder andere door het zogenaamde eridanosriviersysteem). Toen in het Saalien het ijs tot dit deel van Nederland oprukte, werden deze rivierafzettingen opgestuwd in hoge stuwwallen, zoals de Sallandse Heuvelrug.In de laatste ijstijd (het Weichselien) kwamen de gletsjers niet tot in Nederland, maar was de bodem wel permanent bevroren (permafrost). Door de toen heersende harde winden werden lagen dekzand afgezet, met name aan de flanken van de Sallandse Heuvelrug. Boven op de stuwwal vond erosie plaats in deze koude periode. Door de aanwezigheid van permafrost in het voorjaar kon smeltwater van de sneeuw niet makkelijk in de ondergrond infiltreren. Het gevolg was dat het water zich ging concentreren in stromen en de ondergrond ging eroderen waardoor de droogdalen gevormd werden. Voorbeelden hiervan zijn de Wolfslenk en de Diepe Hel.Toen het klimaat warmer werd, in het Holoceen, raakte de heuvelrug bebost. De bevolkingstoename in de Middeleeuwen maakte dat de bomen grootschalig werden gekapt. Ook was er intensieve begrazing met schapen en geiten en werden er plaggen gestoken om akkergronden mee te bemesten.