Ochtendgloren op het Dwingelderveld
Nationaal Park Dwingelderveld is het grootste natte heidegebied van West-Europa. Natte laagtes – slenken genoemd – en hoge zandruggen wisselen elkaar af in het uitgestrekte Dwingelderveld. Je vindt er heide, bos, jeneverbesbosjes, stuifzand en ruim veertig vennen. Een deel van die vennen is ontstaan in de ijstijd, andere zijn het resultaat van veenafgravingen.

Veiligstellen van het oud-Drentse landschap
Sinds 1930 is Natuurmonumenten bezig met herstel van de natuur op het Dwingelderveld om zo een voorbeeld van het oud-Drentse landschap veilig te stellen. In Drenthe zijn in de afgelopen eeuw veel heidevelden verloren gegaan door ontginningen. De eerste aankoop in 1930 betrof een gebied van 700 hectare, het nationaal park heeft inmiddels een oppervlakte van 3700 hectare.

Zeldzame flora en fauna

De grote afwisseling in de natuur op het Dwingelderveld biedt veel planten en dieren en toekomst. In de natte stukken vind je dopheide, veenpluis, klokjesgentiaan en orchideeën, in de droge delen groeit heel veel struikheide en jeneverbes.

Het gebied kent een rijke fauna. Alle drie Nederlandse slangensoorten – adder, gladde slang en ringslang – leven op het Dwingelderveld. Vogelliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen met spechten, roofvogels en typische heidevogels zoals de roodborsttapuit en boomleeuwerik. Sinds enkele jaren is ook de sierlijke kraanvogel op het Dwingelderveld te vinden.