Exloo – Valthe – Emmen

5-6 juli 2014

borger

Zou het hoofdkwartier van het Trechterbekervolk in Borger hebben gelegen? Aan het enorme hunebed D27 te zien wel, u zult er zich vergapen aan de grootte van dit pronkstuk van de hunebedden. In de uitgestrekte bossen van het Buinerveld ziet u sporen uit het verleden: ‘gletscherkuilen’, een marke- of grenssteen, hunebedden en grafkuilen. En in Exloo denkt u echt dat u in het land van Bartje bent beland. Op de mooie brink staat midden in het dorp de schaapskooi en als u de schapen weg zijn, zult u ze met de herder waarschijnlijk grazend tegenkomen op het Molenveld verderop.

We komen langs een Pingo-ruïne een natuurlijke verzakking van de aarde.  De naam pingo komt van het Inuktitut, de taal van de eskimo’s, en betekent ‘heuvel die groeit’. Een pingo is een heuvel in het landschap waaronder zich een ijslens bevindt. Pingo’s bestaan daarom alleen in gebieden met een heel koud klimaat. Tegenwoordig vinden pingoruine Eeswe deze pingo’s in bijvoorbeeld Alaska en Groenland. Gedurende het Weichselien, 115.000 tot 10.000 jaar geleden heerste er in Nederland een toendra-klimaat. Ook in Nederland kwamen toen pingo’s voor. De restanten van deze pingo’s vinden we nu terug in het landschap; we noemen ze pingoruïnes. Door het smelten van het ijs is dit te zien als een glooiende kuil. Soms gevuld met water.

Meer info leest u hier